Soorten contact

31-07-2023

Ik rits m'n trui dicht en stap buiten.

Janneke mekkert, hoogtonig op het ritme van een vraagstelling. 'Mèhèhèhèhè?'

De koffie is heet. Ik blaas erover en zwaai naar Janneke.

Door het raampje van haar stal loert Mieke met haar sprookjesogen.

Vanmorgen probeerde ik het. Nog voor de koffie.

Menselijk contact.

Het mondde niet echt uit tot een dialoog. Er werd vooral getypt zonder echt te lezen. Blindemansgetyp. Misschien ligt het aan de communicatiekanalen van deze tijd. Telefoons, mails, chats, berichten, audioberichten, whatsappen. Bij videocalls trek ik de grens. Meetings, meningen, opinies, reacties, emoticons. Wat is dat voor contact?

Mijo sloft met me mee naar de hooibalen. Hij leest de wind terwijl ik de zak vul. Traag opent en sluit hij zijn ogen. Alles is veilig.

Terwijl Janneke het kippendeurtje helpt te openen, graaft Dingo een put in de tuin. Aarde spat op mijn been.

'Ik kom', zeg ik tegen hem.

Hij spitst zijn oren en lacht.

Misschien had ik eerst koffie moeten drinken. Zou dat iets hebben veranderd aan de dynamiek van het communicatiekanaal?

Ik glimlach bij mezelf terwijl Jef en Roos de dag in wapperen. Ik heb me weer laten foppen. Door mijn eigen soort. Uit mijn wereldje gelokt door de belofte van een shot endorfines. Vol suiker zonder veel voedingswaarde. Nog. Meer. Nu. Sneller. Porren. Reacties uitlokken. Doen. Typen. Doen. Reageren. Veeldenkenweinigvoelenroepen!

Ineke toch.

Dingo zeurt. Ik werp de kippenkakjes in de emmer, stop het hooi in de ruif en krab Mieke waar ze jeuk heeft. Dan volgt Mijo me naar de tuin waar we ons installeren voor de Dingoshow.

Een kraai landt op het klimrek. Hij roept en een andere antwoordt. Daar, helemaal bovenop de dennenboom.

Maya komt eraan gesnuffeld. Ze legt haar buik op het koele gras en hijgt naar ons. Dan pas zie ik het gezichtje van Milou tussen de lavendelstruiken. Haar dwingende blik vangt de mijne.

Fuck die zogenaamde communicatiekanalen van mijn eigen soort.

Ik slurp van mijn koffie en blijf nog wat zitten. Mijn rug wordt warm, en ik weet dat Janneke achter me staat.

(Oorspronkelijk gepubliceerd in augustus 2021)